WAF Ierland reis 2022

Plaats gevonden op: 
maandag, 20 juni, 2022

Tijdens de WAF wintervergadering is na lang soebatten besloten dat onze jaarlijkse WAF reis dit jaar naar Ierland zou gaan omdat:

*We er nog nooit zijn geweest,

* Noorwegen eigenlijk niet te doen is in 9 dagen en

* De Pyreneeën een te lange heen- en terugreis hebben.

Dat het niet altijd stralend weer is in Ierland is in de overweging meegenomen, maar ach, daar kun je je op kleden niet waar? Bovendien in juni, de maand waarin we gaan, schijnt het wel mee te vallen.

Dus krijgt WvBP opdracht van de vergadering om een reis van maximaal 9 dagen in elkaar te knutselen. Ook de overige taken worden gelijk verdeelt; te weten;

Anton Reilink: voorrijder,

Henk Podt: bierober,

Dik Kappert: Minister van financiën en

Willy Veneklaas: video editor en verslaglegger.

Al binnen enkele dagen krijgen we een appje van Wim; 9 dagen is te kort, hij is er na de eerste verkenning echt 10 nodig. Dit wordt akkoord bevonden, maar om moeilijkheden met het thuisfront te voorkomen beginnen we met dag nul.

Een aantal maanden verstrijken en op een gegeven moment beginnen de betaalverzoeken van Wim voor veerboten en overnachtingen binnen te stromen. Als Wim uiteindelijk alle betalingen binnen heeft wordt hij direct afgelost door Dik die niet met een lege knip en creditcard op pad wil. We kunnen!

 

Dag 0. 191 Km, Holten - Hoek van Holland. Prachtig weer.

Zoals afgesproken komen we om half zes bij Anton en Anke in de nieuwe woning samen. Allemaal de buik vol en nog tijd voor een bakkie uitzwaaikoffie. De eerste sterke verhalen vliegen alweer over tafel en Anton heeft vanmiddag nog een bus Finilec in de topkoffer leeg laten lopen. Een mooi begin alvast. Om 5 voor 6 draaien de krukassen en gaan we op pad. De route lijkt simpel; A1 A50 A12 A20. Dat kan zelfs zonder navigatie. En toch gaat onze voorrijder bij knooppunt Grijsoord rechts af verder op de A50. De rest weet natuurlijk dat Anton fout gaat, maar we volgen trouw de voorrijder. Al bij de afslag Renkum verlaat Toon de snelweg en na een kort overleg wordt besloten om binnendoor naar de A12 te rijden. Met nog een korte plaspauze komen we keurig op tijd aan bij de Stena Line terminal. Na het inchecken kunnen we gelijk aan boord waar onze motoren vakkundig door het aanwezige personeel vastgesjord worden. Even de nodige bagage naar de hut brengen en dan op het zonnige achterdek aan het bier. Ondanks dat we met een volle maag vertrokken zijn krijgen we tegen tienen weer trek. De nodige hamburgers en fish and chips worden naar binnen gewerkt en na nog een paar biertjes om weg te spoelen zoeken we de hut op voor een kort nachtje.

 

Dag 1. 554 Km, Harwich – Valley. Heet.

Al om kwart over zes loopt de wekker af. Na een kort bezoek aan de badkamer kunnen we de motoren opzoeken. Het beetje bagage in de koffers, sjorbanden los en gaan. Maar eerst door de douane want Engeland is geen Sjengen land meer. We mogen allemaal door. Bij de eerste stop wordt de leren broek bedankt voor zijn diensten en vervangen door de motorjeans. Uiteraard ook nog een stop voor koffie en broodjes want we hebben nog niet ontbeten. Over M en A 4 baans wegen vliegen de kilometers, oh nee mijlen, onder de wielen door. Net na de middag kruisen we de grens met Wales. Vanaf hier gaat het binnendoor. Over écht smalle en soms slechte weggetjes met aan weerskanten meidoornheggen of gestapelde muurtjes doorkruisen we Wales. Wat opvalt is dat het hier achter de heggen en muurtjes werkelijk barst van de schapen. Soms moeten we zelf hekken die over de weg staan openen en sluiten om verder te kunnen over de schapenweilanden. Na één van deze hekken denkt Dik netjes op de laatste man te wachten. Echter zijn beentjes zijn te kort met als gevolg dat de Guzzi onder een hoek van 45 graden, dankzij die schuine puisten aan het motorblok, in de berm ligt. De laatste 30 Km gaan weer over de grote weg richting Valley waar ons hotel is. Ook hier is het leven goed en kunnen we na een paar biertjes gedoucht en wel om half acht aan tafel voor een wel verdient avondmaal. Na het eten nog even nazitten en dan weer het mandje in.

 

Dag 2. 356 Km, Valley – Cashel. Prachtig weer.

Ook vandaag weer vroeg uit de veren want we moeten om 8 uur bij de veerboot naar Ierland zijn. Al weer zonder ontbijt stappen we op om na nog geen 5 Km bij de terminal aan te komen. Ook hier is het inchecken zo gebeurt en staan we binnen de kortste keren zelf onze motoren vast te sjorren. Al snel verlaten we de haven en gaan we naar binnen voor een stevig Engels ontbijt. Na dik 3 uur varen bereiken we Dublin waar we van boord gaan. Via de rondweg om Dublin verlaten we de stad. Misschien hadden we daar ook wel kunnen tanken trouwens want al binnen het half uur geeft Dik te kennen dat zijn Guzzi dorst begint te krijgen. We zitten in een dun bevolkt gebied en er is nergens langs de route een tankstation. Dus wordt er wat geklooid met een slangetje en een flesje. En verder maar weer door een prachtig ruig en glooiend landschap over redelijk goede bochtige wegen. O.a. de “Old Militairy Road” is in het geheugen blijven hangen. Eind van de middag arriveren we bij onze B&B. De eigenaar is een wat merkwaardige man maar de bedden zijn goed. Die avond na veel omzwervingen toch nog een restaurant gevonden waar we wat konden eten want alles zat vol in de stad. Dus konden we uiteindelijk toch met een volle buik naar bed.

 

Dag 3. 315 Km, Cashel – Killarney. Prima weertje.

We beginnen de dag met een stevig Engels ontbijt. Daar kun je even mee verder. Dat moet ook wel want de lunchadressen en benzinepompen zijn hier niet dik gezaaid. Door een sterk wisselend en ruig landschap gaan we over redelijke en slechte wegen verder zuid-oost. Bij enkelen begint het tanklampje weer op te gloeien. Maar in geen velden of wegen een tankstation. Uiteindelijk vindt Toon er een iets van de route. Deze was een bezoekje meer dan waard, niet alleen voor de brandstof maar ook voor de uitvoering. De bijna weggeroeste pompen moeten wel uit de 60er jaren stammen. Je kunt ze nog net terug vinden tussen oud ijzer en afgedankte landbouwwerktuigen uit dezelfde periode. Maar er komt benzine uit! Misschien wel loodhoudend, maar zowel de Guzzi, de Triumph als de BMW’s lopen er prima op. Op naar de lunch. We laten ons de boeren omeletten prima smaken. Een beetje meer of minder cholesterol, wie geeft daar nu om? Verder maar weer. Hoog op de bergen komen we op een grof gravelpad wat aan is gelegd om windturbines te bouwen op die berg. Na afloop allemaal wit van het stof komen we er heelhuids doorheen. Dat had je gedacht! Enkele kilometers verder blijkt Anton toch een band stuk te hebben gereden op de scherpe keien. Eerst proberen zelf te repareren. Maar een scheur waar 3 pluggen in passen is niet te repareren. Google om raad gevraagd. Er blijkt 20 Km verder een motorzaak te zijn. Deze biedt uitkomst. Hij heeft de juiste band op voorraad en wil de kreupele BMW wel op halen. We worden allervriendelijks ontvangen door de dochtertjes van de motorboer met drankjes en ijs. 3 Kwartier later is de BMW ook weer klaar om voor te rijden. Het oponthoud heeft al met al wel zo lang geduurd dat we besluiten om rechtstreeks naar onze overnachtingsplaats voor de komende 2 nachten te rijden. Daar aangekomen krijgen we te horen dat ontbijt er niet inzit wegens coronaperikelen onder het personeel. Als blijkt dat de restaurants in de omgeving ook nog vol zitten op dat moment wordt het weer laat eten, en na nog een paar biertjes naar bed.

 

Dag 4. 345 Km, Killarney – Killarney. Slecht weer.

Als we de gordijnen open doen zien we het gelijk. Regen, mist en zwaar bewolkt. Nou fijn, Vandaag staat juist de Ring of Kerry , één van de hoogtepunten van onze reis, op het programma. Noodgedwongen ontbijten we bij de benzinepomp naast onze B&B. Hier doen we ook gelijk de regenpakken aan want dat is echt wel nodig. Van wat dicht naast de weg nog zichtbaar was moet ik opmaken dat het een prachtige route was, eerst door een lang gestrekt ruig dal met een smalle kronkelweg langs, door en over de woeste beek. We hebben er weinig van kunnen genieten, want met zulk hondeweer is concentratie op de weg het enigste waar je mee bezig bent. Het volgende programmapunt is de kustweg rondom het schiereiland Kerry. Hier aan zee steekt ook de wind de kop op. Het is al met al geen pretje meer. Als er dan toch een hoogtepunt benoemd moet worden dan is het wel dat we een Duitse jongedame hebben geholpen met een bandenwissel. We besluiten om de tweede, kortere, lus van de route maar te laten voor wat het is. Als verzopen katten komen we aan bij de B&B na eerst nog een tray blikbier te hebben gekocht. Voor, tijdens en na het bierdrinken wordt er gedoucht en getracht de natte spullen weer droog te krijgen. Als de blikken allemaal leeg zijn gaan we de stad in om een hapje te eten gevolgd door het bezoek aan een danscafé met veel herrie. We vluchten hier na naar een rustige kroeg waar we nog een paar afzakkertjes nemen. Dan wordt het hoog tijd om de koffer in te duiken want morgen weer een zware dag voor de boeg.

 

Dag 5. 311 Km, Killarney – Lisdoonvarna. Alweer slecht weer.

Hel dag weer regen. Weer ontbijt bij de benzinepomp en regenkleding aan. We gaan eerst na enkele omzwervingen naar het meest westelijke punt van Europa. Bij helder weer schijn je hier een prachtig uitzicht te hebben over de omgeving en de Atlantische Oceaan. Nou, wij konden vanaf de kliffen nauwelijks de zee zien. Zo hebben we deze dag veel hoogtepunten moeten missen en zijn we blij dat we bij het oubollige en ietwat vervallen hotel aankomen. Zelfs in de grote zaal brandt de CV en dus ligt binnen de kortste keren alle natte kleding te drogen en zijn wij druk om het inwendige vochtpercentage op peil te brengen. Na gedoucht te hebben zoeken we een restaurant op voor een warme hap. Bij het hotel teruggekomen is daar een grote groep mannen die een vrijgezellenfeest hebben. Ze zuipen als tempeliers .Sommigen vallen van de kruk af zo dronken zijn ze. Ook zingen ze prachtige Ierse liederen. Nou ja, prachtig? Maar in ieder geval zingen ze! Met een paar korhanen in ons midden zetten wij natuurlijk het Sallandlied in waarna de hele Ierse kroeg ademloos toehoort. Deze avond maakt nog iets goed van de klotedag die we gehad hebben.

 

Dag 6. 325 Km, Lisdoonvarna – Gurdeen. Redelijk weer.

Gordijn open; regen. Nee hè, niet weer. Eerst maar een half Engels ontbijt, dit is alles maar minder, maar nog meer dan genoeg. Na het ontbijt klaart het zowaar een beetje op maar we doen voor de zekerheid toch maar het regenpak weer aan. We beginnen gelijk goed met de Cork Screw Hill. Een prachtige afdaling, de naam zegt genoeg. Eerst hebben we zo nu en dan nog een buitje,maar als we op het punt komen waar we de Atlantische kust gaan verlaten wagen we het er op en doen de pakken uit. Vanaf hier gaan we het binnenland in via wat grotere wegen door een prachtig ruig landschap wat eindelijk weer goed zichtbaar is. Na wat extra kilometers door een wegafsluiting, we hebben het geprobeerd, maar we konden er écht niet door, komen we aan bij de B&B. Natuurlijk hebben we eerst wat koude blikken ingeslagen want we zijn er achter, een B&B is geen café! We eten bij de buurman en drinken er nog een paar. Best een lekkere dag na al die regen.

 

Dag 7. 324 Km, Gurdeen – Belfast. Eindelijk mooi weer.

Een dag met overwegend mooie wegen. Toch heeft Wim ook nog wel wat kleine weggetjesweten te vinden. Op één van die weggetjes komen we achter een kudde van wel 150 koeien die door de boer naar de stal worden geleid. En wat doen lopende koeien? Juist ja, schijten! Na enkele honderden meters is het stapvoets glibberen voorbij. We passeren ook de Iers – Noord Ierse grens. Hier was in het verleden veel om te doen, maar nu vindt je hem niet terug. Onderweg naar het lunchadres zie ik dat de achterband van Dik slap is. Bij controle op de parkeerplaats blijkt dit te kloppen. Met het meegenomen compressortje krijgen we er weer wat spanning op. Onderweg maar eens op zoek naar een bus finilek. Hier zou Anton voor zorgen, maar ja, die bus was al leeg voor we vertrokken. Even later krijgt de BMW van Henk nog een kusje van de Guzzi van Dik. Gelukkig blijft het bij een gescheurde bovenlip voor de BMW. Anton krijgt hier niets van mee want die staat te wachten bij een boeren banden centrum waar ze overigens ook geen finilek in het assortiment hebben. De oplossing wordt gevonden in een glibberig goedje wat preventief in agro banden wordt gestopt. En waarachtig, het werkt! We gaan verder richting Dublin, de laatste 25 Km over de snelweg. Hier komen we aan terwijl het net weer iets begint te regenen. W e zijn vannacht gestationeerd in luxe appartementen met voor ieder een eigen bad- en slaapkamer. Na het douchen gaan we gauw de stad in om nog enige horecaetablissementen te bezoeken. Erg laat maken we het niet want we moeten morgen vroeg op om de ferry naar Scotland te halen.

 

Dag 8. 379 Km, Belfast – Newcastle. Weer kloten weer.

En dan doe je de gordijnen van het luxe appartement open, en wat zie je; storm en regen. Daar wordt je niet vrolijk van. Gelukkig is het maar een klein stukje naar de haven maar regenkleding is wel nodig. Ook het wachten op de kade na het inchecken is geen pretje. Eenmaal aan boord is het beter. De motoren worden met 4 sjorbanden elk vastgezet, dat beloofd wat. Ook het ontbijt met de hele overtocht vrij koffie drinken is goed. Zelfs op deze grote schuit voel je het bonken en stoten. De overtocht duurt maar 2,5 uur. In Scotland aangekomen Blijkt het weer zeker niet beter te zijn geworden. We besluiten om de snelste route naar Newcastle te nemen In de veronderstelling dat we 4 baans wegen zullen krijgen. Niets is minder waar, allemaal 2 baans en ook nog zo druk dat inhalen bijna nergens mogelijk is. Het laatste uur klaart het zowaar op en rijden we de kleding weer droog. We kunnen na het inchecken vrij snel aan boord voor de overtocht van 16 uur naar IJmuiden. Na de eerste biertjes lekker en veel gegeten om vervolgens naar de disco te gaan. Voor zo’n groep oude mannen was de herrie al gauw te veel, maar er was een goed alternatief. In een bijzaaltje speelde een solo gitarist de pannen van het dak met veel country and western. Uiteindelijk sloeg de vermoeidheid toe en zijn we maar naar onze hut vertrokken.

 

Dag 9. 152 Km, IJmuiden – Holten. Stralend weer.

Na een zeer uitgebreid ontbijtbuffet aan boord van de ferry gaan we richting de motoren. Precies om 10 uur rijden we de wal op. Voor dit kleine stukje met vrijwel alleen snelweg besluiten we tot een één-stop strategie. Binnen de kortste keren zijn we aan de goeie kant van de IJssel en komt ook afslag 26 al in zicht. Ons mikpunt wordt dan de witte kerktoren, want daar nemen we traditie getrouw afscheid van elkaar onder het genot van een ijsje of een kop koffie bij Nijkamp op het terras. Hierna gaat ieder zijns weegs naar huis. En, eerlijk is eerlijk, het is ook weer goed om thuis te komen. Zeker als de reis zonder noemenswaardige schade of verwonding is verlopen. Kortom, ondanks de vele regen was het weer geweldig.

Waffers, bedankt.

 

Tiger Willy 10/22.

 

Back to Top